Toen in 2008-2009 een leegstaand schoolcomplex op een boogscheut van het station Gent-Dampoort te koop kwam te staan, trok dit de bijzondere aandacht van een 3-tal bevriende koppels. Met hun droom voor ogen ‘hoe zouden wij hier graag naast en met elkaar willen wonen?’ groeide het gezelschap uit tot een groep van 9 gezinnen die besliste over te gaan tot de gemeenschappelijke aankoop van het complex en het te verbouwen tot een kwaliteitsvol en betaalbaar woonproject in de stad. Intensief groepsoverleg en de inzet van elke deelnemer zorgden ervoor dat het project een echt succes werd.
Het schoolcomplex, bestaande uit meerdere gebouwen opgetrokken in diverse bouwperiodes en -stijlen rond een gemeenschappelijke speelkoer, ligt geprangd tussen de drukke Dendermondsesteenweg en de uitlopers van de perrons van het station Gent-Dampoort.
Van meet af aan werden een aantal basisbeginselen opgesteld, die tot op het eind dé inzet zouden blijven binnen de aanpak van het woonproject. Auto’s zouden het binnengebied niet opkomen waardoor in de plaats een mooie ruime stadstuin de kans zou krijgen te groeien en te bloeien. Er zou duurzaam verbouwd worden, met een opdeling van de volumes tot evenwaardige woningen, niet in de letterlijke zin van het woord, maar wél tot diverse woningen waar iedereen zich even graag thuis voelt. En bovenal: het project zou samen aangepakt worden.
De architecturale ontwikkeling van wat al snel dsDS werd genoemd, gebeurde met volle aandacht en respect voor de genius loci van de site. Aan de mooie grote boom op de speelkoer zou niet geraakt worden. Evenmin aan de verschillende karakters van de gebouwen er rond. Er werd vooral ontpit. Hier en daar weldoordacht uitgebreid. Geen grote gebaren, maar onder andere het met zorg ontwikkeld nieuw schrijnwerk en een witte nieuwe kalei-huid op alle buitengevels zorgen voor een architecturale binding tussen de heterogene bouwvolumes.
De gebouwen werden ‘logisch’ opgedeeld, waardoor al té zware bouwkundige ingrepen beperkt zijn gebleven en de architectonische klasstructuren van de oude schoolgebouwen ook na de verbouwingswerken nog voelbaar zijn in de woningen. Er werd stevig ingezet op energiezuinig bouwen. Het buitenschrijnwerk, de daken en de vloeren werden volledig vernieuwd, en alle gebouwen werden aan de binnenzijde flink geïsoleerd.
De grote tuin, heden in volle aanleg naar een ontwerp van Atelier Arne Deruyter, is gemeenschappelijk eigendom van alle bewoners. Ze is niet alleen dé ontmoetingsplek bij uitstek, maar werd tevens voorzien van 13 geothermische boringen van circa 120 meter diep, waardoor elke wooneenheid kon worden uitgerust met een warmtepomp.
Elke bewoner stond in voor de inrichting van zijn woongelegenheid binnen de eigen noden, verlangens en (financiële) mogelijkheden. Naast de individuele verdiensten op vlak van interieurarchitectuur, zijn er de boeiende toevoegingen van onder andere Maurice Mentjens, Doorzon Interieurarchitecten, Showroom Design Studio en Frederik De Wachter van DWA Interior Architecture wat van elke woning een unieke plek maakt waar het uiteindelijk heerlijk alleen/samen-huizen is. Om alles goed te laten verlopen doorheen het bouwproces, stond BURO II & ARCHI+I in voor de werfopvolging.
Ondanks zijn stedelijke ligging, baadt het woonerf in een oase van rust. Hierdoor ontstaat de indruk als zou het project de neiging hebben zich af te zonderen van zijn uiterst drukke omgeving. Nochtans werd er bijzondere aandacht besteed aan de sociale integratie in de wijk. Het koffiehuis met achterliggend terras, een kantoor, een bewoner-onthaalmoeder en binnenkort een B&B werden welgemikt in het project opgenomen, waardoor een geleidelijke overgang van publiek domein (aan de straatzijde) naar privaat domein (rond de binnentuin achteraan) ontstaat.
Sinds 1992 schrijft het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen een tweejaarlijkse prijs voor architectuur uit. Deze prijs wil creatieve en kwaliteitsvolle architectuur belonen.
Architect Wim Depuydt uit Gent wint dit jaar deze Provinciale Architectuurprijs. Uit de vele inzendingen voor de architectuurprijs, vond de jury dit project verrassend en het best aansluitend bij het thema ‘nieuwe woonvormen’ met de reconversie van vervallen binnenpanden, de stedelijke ligging, het bouwproces,… Samenhuizen is inherent aanwezig in dit project, waar kwalitatief wonen als doelstelling voorop staat. Ook de sociale dimensie van het project dat negen gezinnen samen besloten een leegstaande school op te kopen, kon de jury uitermate boeien.
Het project is een schoolvoorbeeld van hoe verlaten patrimonium in een stedelijke context een nieuwe bestemming kan krijgen.
Dit jaar ging het thema van de architectuurprijs over het tekort aan ruimte in Vlaanderen, het gebrek aan mobiliteit en de energiekosten die steeds hoger worden, waardoor denken over een duurzamere wooncultuur iets is wat steeds noodzakelijker zal worden in de toekomst. Met creatieve oplossingen en de deskundigheid van architecten kunnen zij samen met de (toekomstige) bewoners mee een antwoord gaan vormen op deze uitdaging tot het ontwikkelen van nieuwe aangepaste woonvormen.
De jury van de Prijs van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Architectuur 2013 bestond uit Jo Rombouts (voorzitter), Luc Binst, Hilde Heynen, Dirk Mattheeuws, Kiki Verbeeck en Carl Verdickt (stemgerechtigde leden), Eddy Vanzieleghem (jurycoördinator), Patrick Derycker en Jo Lefebure (waarnemers), Jan Storms (verslaggever) en Marleen Houthoofd (logistieke ondersteuning). Voor deze prijs werden zestien projecten ingezonden.
Tekst: Fréderic Louis & Wim Depuydt / Foto’s: Filip Dujardin
Ik ben daar nog naar school geweest. Tijdens de lessen heb ik vaak door het venster zitten staren naar die grote boom. Ik ben blij dat ze ‘hem’ hebben gespaard :). Al die mooie herinneringen.
hello ik heb daar op school gezeten bij mevrouw bekaert mr bouchier juf nadine copers de mey mr ramaekers