“Vox populi” riep dat de Korenmarkt nu overkomt als een “stenen woestijn”, een “kale plek” die dringend moet worden aangepakt met wat groen. Ondertussen werd door Filip Watteeuw, schepen van Openbare Werken (Groen!), de beslissing genomen om op de Korenmarkt bomen te planten. Wat zullen de mensen ontgoocheld zijn na het planten van deze platanen! Een plataan heeft meer dan vijf maanden geen bladeren en wordt een kale verschijning.
Toen het masterplan van het KoBra-project werd opgemaakt, deden de architecten Robbrecht / Daem / Van Hee grondig historisch onderzoek naar de opeenvolgende stedelijke ruimtes. Zij kwamen tot de vaststelling dat op deze plaats nooit bomen hebben gestaan. Bekijk even de bewaard gebleven postkaarten en foto’s, geen boom te bespeuren. Enkel een kiosk stond er, tot vermaak van de Gentenaars.
Het masterplan werd goedgekeurd en in fasen uitgevoerd. Rekening houdend met de historische context is er een opeenvolging van minerale pleinen en groene accenten. Het kleine gazon van het Emile Braunplein werd vervangen door een “green” naast de Stadshal die tweemaal maal zo groot is als de oorspronkelijke situatie. In de “green” werden een aantal bomen aangeplant. Het verschil in gebruik tussen de groenstrook die burgemeester Braun liet aanleggen en de nieuwe situatie toont de kracht van het ontwerp Robbrecht / Daem / Van Hee. De architecten zijn dus niet tegen bomen! De partij Groen! moet toch even respect opbrengen voor het historisch karakter van Gent. Hun pleidooi om bomen te planten, wijst er op dat men ofwel de eigen geschiedenis niet kent of dat men de ontwerpers wil duidelijk maken dat hun ontwerp zware gebreken vertoont.
Men kan niets hebben tegen bomen, maar op deze plaats zijn zij niet wenselijk. Zich durven uitspreken tegen bomen is vandaag ongepast. Men krijgt bijna de stempel van een crimineel, van iemand die opkomt tegen een gezonde stedelijke omgeving. Vanwaar die angst voor een open stedelijke ruimte? Maken bomen een plein gezelliger? Het is erg populistisch om te stellen dat de afwezigheid van groen een “woestijn” oplevert.
In zijn reactie in De Gentenaar van 14 september 2013 merkt Paul Robbrecht terecht op dat er op het San Marcoplein in Venetië of op het magistrale plein in Siena, beiden op de UNESCO lijst van het werelderfgoed, geen bomen staan. Zijn dit echt onmenselijke, kale stedelijke ruimtes die men bij hoogdringendheid moet aanpakken? Geen enkele toerist mist bomen op het San Marcoplein! Misschien kan men aan de nieuwe Paus Franciscus vragen dat hij ook bomen gaat planten op het Sint-Pietersplein in Rome om de leegte wat op te vullen. Op de Brusselse Grote Markt staan er ook geen bomen, is dit dan een tweederangs site in Brussel? Vragen de toeristen naar bomen voor het stadhuis van Brussel? De Franse stad Toulouse heeft een prachtig centraal plein, Place du Capitole, een stedelijke ruimte zonder één enkele boom. Zijn dit allemaal tweederangs stedelijke ruimtes omdat er geen bomen werden geplant?
De oplossing anno 2013 voor de Korenmarkt met palmbomen en olijfbomen in bakken is werkelijk ridicuul, het zijn niet eens inheemse boomsoorten. De vraag is of toekomstige gebruikers van de terrassen zitten te wachten op schaduwrijke bomen op de Korenmarkt. In ons land wil men vooral in de zon zitten, dit is niet zoals in Zuid-Europa waar iedereen de schaduw opzoekt. Dat er tijdens de zomermaanden een betere opdeling of begrenzing van de terrassen moet komen valt te begrijpen. Het probleem is dat een partij als Groen! niet kan zeggen dat men tegen bomen is, anders maken zij zich tegenover toekomstige kiezers ongeloofwaardig. Leg dit maar eens uit aan de bevolking!
Dit was even moeilijk dan bij de bouw van de Stadshal, de bevolking duidelijk maken wat het verschil is tussen een “gat in de stad”, dat het resultaat is van twee afbraken, en een kwalitatief stedelijk plein. Een hoofdkenmerk van een authentieke oude Europese stad is de aanwezigheid van korte perspectieven en ook stenen pleinen. De Gentenaars vergeten dat aan de Lakenhalle rond 1900 vijf traveeën werden bijgebouwd om een gesloten perspectief te bekomen.
In september 2013 deed ik het voorstel dat het Gentse stadsbestuur een uitstap zou maken naar de Franse stad Nancy met haar wereldbefaamde Place Stanislas, een plein dat op de UNESCO-lijst prijkt. Bij de herinrichting werd beslist om geen bomen te plaatsen, om het plein en zijn historische dimensie met een stenen bevloering te behouden. Wel opteerde men om tijdens de zomermaanden groen in bakken te plaatsen in de omgeving van de terrassen. Nancy liet de beplanting niet over aan de café-uitbaters.
Ondertussen werd door Filip Watteeuw, schepen van Openbare Werken (Groen!), de beslissing genomen om op de Korenmarkt bomen te planten. Er komen vier valse christusdoornen, een plataan en een zilverlinde. De plataan komt voor de Sint-Niklaaskerk. Of dit de juiste keuze is van boomsoorten weet ik niet, ik ben geen expert in bomen.
De stadsdiensten maakten een computersimulatie, een beeld dat verscheen onder andere in De Standaard van 8 november 2014. De foto is bedrog in het kwadraat. De persoon die deze rendering heeft gemaakt kent zijn vak niet of wil iedereen bedriegen. De afmeting van de boom voor de Sint-Niklaaskerk is van die aard dat men tot in 2035 of later zal moeten wachten om dit te zien. Wat zullen de mensen ontgoocheld zijn na het planten van deze plataan! Een plataan heeft meer dan vijf maanden geen bladeren en wordt een kale verschijning. Wie een wandeling maakt langs de Coupure zal dit kunnen vaststellen. Een plataan is in de winter allesbehalve een mooie verschijning. Vermoedelijk zal men dan de plataan tijdens de kerstperiode gebruiken om wat LED-verlichting aan te brengen.
Bij het begin van 2015 toch deze vaststelling. Zondag j.l. 18 januari was er de jaarlijkse Nieuwjaarsdrink aangeboden door het Gentse stadsbestuur. Gezien het slechte weer had men “de” oplossing, de Gentse Stadshalle. Onder dit schitterend dak gaf de burgemeester Daniël Termont zijn nieuwjaarwensen aan de aanwezigen. Wie ook onder dit dak beschutting vond was Pierke Pierlala, toch iemand die de Stadhalle steeds heeft verketterd en als nutteloos heeft omschreven. “’t kan verkeren” was de lijfspreuk van Bredero, misschien vanaf zondag j.l. ook van Pierke Pierlala.
Aan het woord…
Marc Dubois is architect en sinds 1979 verbonden aan het departement Architectuur Sint-Lucas Gent-Brussel, welke nu deel uitmaakt van de KU Leuven. Hij ontving in 2003 de Vlaamse cultuurprijs voor zijn belangeloze inzet om Vlaamse architecten bekendheid te geven in binnen- en buitenland. Hij is bovendien een geapprecieerd architectuurcriticus en bezieler van tentoonstellingen, architectuurboeken e.d.
Met onze reeks ‘Vrij woord‘ laten we iedereen die zijn zegje wil doen aan het woord over actuele gebeurtenissen of problematieken. Wil U graag iets kwijt op onze website? Contacteer ons dan gerust.
Tekst: Marc Dubois / Foto’s: Amaury Henderick, Philipp Capper, Mathias Liebing & Marc Dubois
Mooi opiniestuk mr. Dubois en ik respecteer je mening, maar ik ben het er niet mee akkoord. Je haalt wel een aantal historische argumenten aan, gekoppeld aan internationale voorbeelden, maar ik vind zelf dit geen slechte stap van het Gentse Stad bestuur. Desondanks dit tegen het originele plan ingaat van Robbrecht / Daem / Van Hee, zeg ik zelf: Eindelijk!
En wel om meerdere redenen:
1. Je hebt het over de Korenmarkt, het hart van Gent, een stad die zich er toe verbonden heeft om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Die plantaan en andere bomen zullen nog wat sneller moeten groeien om tegen dan die doelstelling te halen. Ik hoop dus evenzeer met je mee dat die render effectief realiteit wordt. We gaan koning auto nog sneller uit de stadskern moet halen en meer dan 6 bomen moeten planten om die doelstelling überhaupt te halen. Nog te zwijgen over de niet-geïsoleerde panden in Gent. (bron: http://www.gentklimaatstad.be/sites/default/files/pages/bijlages/20080605_lokaal_klimaatplan_gent_2008-2020.pdf)
2. Daaraan gekoppeld. Onderzoek naar het hitte eiland effect toont dat groen in het stadscentrum niet enkel voor de pracht en praal is, maar ook nu al een noodzaak wordt. Gemiddeld is het 3 graden warmer in het stadscentrum met tot 8°c verschil op hete dagen. Die is niet Zuid-Europa, nee, maar laten we dat aub ook zo houden.
Hitte-eiland Gent:
Oorzaak:”De analyseresultaten tonen aan dat in Gent vooral de verstening van de ondergrond, met asfalt, natuursteen of beton, bijdraagt tot het stedelijk hitte-eilandeffect.”
Oplossingen: “Extra groen kan echter heel wat soelaas bieden. Zo zorgen meer bomen voor meer schaduw overdag, waardoor er minder warmte vastgehouden wordt. De uitbreiding van groen in de stad kan gaan van bijkomende parken en groenpolen tot groendaken, gevelgroen of het gebruik van groene tegels bij openluchtparkeerplaatsen.”
Bron: http://www.gentklimaatstad.be/study/hitte-eilandeffect-centrum-gent-gemiddeld-3-c-warmer-0
Meer info op: http://www.kenniscentrumvlaamsesteden.be/overhetkenniscentrum/Nieuwsbrief/Documents/2013/integraal%20eindrapport%20hittekaart_gent_eindrapport_-_juni_2013.pdf)
3. Dit is niet Filip Watteeuw die op z’n eentje met een groene vlag zwaait. Zeker in functie van de leefbaarheid in de stad en deze groene doelstellingen zijn al heel wat burgers begonnen met groene initiatieven in en rond de stadskern. Ook het gebrek aan bomen was de Gentse burger niet ontgaan en zij hebben klaarblijkelijk laten weten dat dit voor hen wel degelijk een nood vormde.
Zie:
https://www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=518098081611305&id=110626549025129
https://www.change.org/p/gents-stadsbestuur-plant-bomen-op-de-korenmarkt
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20131001_015
Historische correctheid en internationale UNESCO voorbeelden krijgen voor mij geen voorrang op de leefbaarheid van een stad, noch op de klimaat doelstellingen die we allemaal proberen halen.
Om te weten dat het ontwerp van de architecten gemaakt is om mooie foto’s op te leveren en niet om in te leven moet men niet eens tot op de korenmarkt gaan, dat merkt men al aan het einde van de veldstraat.
De “straat” waar constant vele trams en bussen langsrijden, wordt aangelegd zonder enige verhoging, zonder enig zebrapad. Het is zeker mooier, en aan de vertwijfelde “oei, hoe moeten wij hier oversteken” blikken van de mensen te zien ook vele malen minder praktisch.
Architecten die in de eerste plaats ontwerpen voor een mooi portfolio en pas in de tweede plaats denken aan de mensen die er effectief moeten lopen en leven, ik kan er geen respect voor hebben.
Alles dat afbraak doet aan hun miskleun juich ik toe.
Je moet het toch hoog in je bol hebben om de Gentse Korenmarkt te vergelijken met het San Marcoplein in Venetië, de Piazza del Campo in Sienna en de place Stanislas in Nancy. Rijden daar soms ook trams op?
Met alle respect, het historisch inzicht van zowel Robrecht en Daem als van de auteur van dit opiniestuk is ver te zoeken. De oudste iconografische bronnen van de Korenmarkt gaan pas terug tot in de 16de eeuw. Gent is toch iets ouder dan dat… In de 12de eeuw liep er vermoedelijk een leiearm over de Korenmarkt en tot in de 13de eeuw moeten er overal grachtjes en greppels gelegen hebben. Het is maar welke periode je als inspiratie gebruikt… Het ‘historisch inzicht’ van de architecten heeft hen ten andere niet weerhouden om op het Emile Braunplein een hal te plaatsen die nooit heeft bestaan in Gent. Los van het feit dat ik het gebouw architecturaal zeker weet te smaken staat het jammer genoeg niet op zijn plaats. Het historisch verleden van een stad is een element waarmee je op de eerste plaats rekening mee moet houden bij grote stedenbouwkundige ontwikkelingen, maar daarmee schermen om een inconsequent theoretisch concept van ‘minerale pleinen’ te verdedigen, dat is toch wat kort door de bocht.
Helemaal akkoord met Frans. Het feit dat er geen vraag naar bomen is in het geval van die internationaal vermaarde pleinen en bij de Korenmarkt wel, bewijst juist dat het Gentse plein niet dezelfde monumentaliteit bezit. Het is eigenlijk niet eens een plein. Meer een brede straat. Het heeft dan ook geen mooie gesloten vorm. Daarom mist iedereen hier groen en op die andere pleinen niet.
en daarbij, platanen zijn helemaal geen lelijkaards. In de winter kaal (dat hoort zo bij loofbomen) waardoor ze het licht en de mooie winterzon doorlaten, en des zomers een fijne plek met gefilterd zonlicht. Misschien, beste, – naast San Marco – ook eens kijken naar al die leuke pleinen in Frankrijk (en ten ander ook in het vermaledijde zuiden des lands) waar de plataan of haar familieleden (mee) voor de zaligste terrasjes zorgt…
“In ons land wil iedereen in de zon zitten”; wie haalt het dan in zijn hoofd om een stuk openbare ruimte te overdekken met een tochtige, sombere hall waar niets te beleven en niets te zien valt.
@Pieter-Jan Pauwels: helemaal mee eens. Uw opmerkingen ivm het hitte-eilandeffect zijn zeer pertinent.
Zoals @Maarten ook aanhaalt, zijn historische referenties inderdaad zeer relatief. Verharde pleinen zijn vrij recente fenomenen in de lange geschiedenis van de stad Gent. Bovendien werden bij de archeologische opgravingen op het Braunplein sporen teruggevonden van een echt “plankier”: voetpaden en zelfs straten bleken eeuwenlang namelijk verhard te zijn met hout ipv steen, hetgeen ongetwijfeld al een gunstig effect zou hebben op het hitte-eilandeffect. De aankleding van de stedelijke ruimte is dus duidelijk ingrijpend veranderd. Met alle respect (en dat meen ik) voor Robbrecht en Daem, vind ik het daarom net wél kunnen dat er een 21-eeuwse ingreep gebeurt op de Korenmarkt, en sta ik niet te springen voor het bevriezen van de 19e-eeuwse toestand.
De stadshal doet hier nu niet echt ter zake, maar al van in de vroege jaren 1980 werden al pogingen ondernomen om de “wonde” van de Poeljemarkt terug te herstellen. De vreemde pleinvorm was daar pas eind jaren 1960 ontstaan omdat enkele “verlichte” geesten vonden dat er een bouwblok moest wijken voor een grotere parking bij het stadhuis… Daar werd door de ontwerpers plots verwezen naar een “green”, al vrees ik dat een Brit die even min als dusdanig zal herkennen als een Vlaming er een dries of laar in ziet. Dat hoeft geen probleem te zijn: ik heb nog maar weinig klachten gehoord over dat 21-eeuwse stuk stedelijk groen dat kan helpen bij het tegengaan van het hitte-eilandeffect. En zo is de cirkel weer rond.
Het lijkt me vreemd om een dergelijke beslissing te baseren op de historische achtergrond van een plein of om de vergelijking te maken met pleinen die op de lijst van Unesco staan… Het ene sluit het andere toch niet uit? En bovendien bewijst het niet dat er noch respect wordt getoond voor het werk van de ontwerpers of voor de historiek van de stad. Dat zijn argumenten die worden ingeroepen wanneer ze uitkomen, moest de stad Gent zo hard geven om de historische uitzicht ervan, zou de stad er heel anders uitzien…
Ik vind de stadshal ook niet echt geslaagd en had liever iets anders gezien, maar dat betekent toch niet dat ik uit protest in de gietende regen moet gaan staan?
Architecten zouden toch soms verder moeten nadenken dan het persoonlijk esthetische, u geeft aan dat mensen hier niet willen schuilen voor de zon. Wel willen mensen schuilen voor de regen, maar probeer dat maar eens aan het station onder de bushaltes?
Het dak staat er zo hoog dat de wind je toch nat blaast… Met alle respect, U gebruikt dus argumenten die opkomen wanneer het u past. Eerlijk? Ik vind architecten vaak heel kortzichtig, vind ik ook in uw artikel terug. Jammer! De nieuwe generatie verkiest duurzaamheid!
Meestal vind ik de artikels hier goed opgebouwd. Dit is een uitzondering. Fouten uit het verleden, zijnde versteende pleinen, hoeven vandaag niet meer. We weten vandaag beter. Maar de schrijver geeft in nog andere details mee grotendeels in het verleden te leven, met Groen nog steeds met uitroepteken te schrijven, een schrijfwijze die nu toch al enkele jaren is veranderd.
Architectuur is een passie voor mij, en ik zie de mooiste architectuur waar men de geschiedenis kan combineren met modern leven. Daar hoort ook een aanpassing bij aan nieuwe trends, gedreven door nieuwe kennis. En dat is dus ook meer groen in de stad. Tegen de klimaatopwarming, de stadsopwarming, fijn stof, … En vooral omdat het dan een aangenamer plein wordt. Want ja, het San Marco plein is een steenwoestijn.