Wanneer iemand een negentiende eeuwse woning koopt in het hartje van Gent, is er vaak nog heel wat werk om de woning in een hedendaags kleedje te steken zonder afbreuk te doen aan de authenticiteit ervan. Daarom besloot de koper van deze oude meesterwoning beroep te doen op Hans Verstuyft Architecten uit Antwerpen om deze historisch waardevolle woning op een hedendaagse, maar subtiele manier aan te pakken.
Door jarenlang gebrek aan onderhoud en herstellingen, bevond de statige rijwoning zich in een erbarmelijke staat. Gelukkig waren veel authentieke elementen van de gevels en het interieur van het hoofdgebouw bewaard gebleven, wat niet gezegd kon worden van de achterbouw die quasi volledig vernield was doorheen de jaren. Door veel onderzoek, overleg en aftasten slaagden de architecten en de bouwheer er in om een tijdloos geheel te bekomen zonder er een historiserend project van te maken.
Met de oorspronkelijke bedoeling om alle woonruimtes in het hoofdgebouw onder te brengen, stelde de architect voor om ook het koetshuis bij de woning te betrekken met een gepaste functie.
Het voormalige koetshuis achter de woning had geen echte verbinding met het hoofdgebouw en ook de eigenaar wist niet meteen wat aan te vangen met dit apart volume, dus was het voor de architect een uitdaging om het een nieuwe invulling te geven in relatie met de tuin en het hoofdgebouw.
Door het toevoegen van twee beglaasde erkers aan de achterzijde van de woning, ontstaat er een overgang tussen deze verschillende volumes, waardoor de gelijkvloerse ruimtes van de eetkamer in de glazen erker en de nieuwe keuken in het koetshuis in elkaar vloeien en het daglicht maximaal binnentrekken. Door de vier meter hoge ramen (op schaal van de woning) en de nabijheid van de tuin, waant men zich in een echte tuinkamer.
Door de toevoeging van deze erkers vergrootte de woonoppervlakte aanzienlijk en veranderde ook de volledige woonbeleving doordat de klassieke indeling van de woning ongedaan werd gemaakt.
Ingrepen in het interieur werden subtiel toegepast zodat deze onzichtbaar aansluiten op de bestaande elementen van de woning.
Het interieur werd sober uitgewerkt en ingekleed met tijdloze elementen. Zo vormt een strak hemelbed van de Italiaanse designlijn Maxalto (B&B Italia) het centrale punt van de slaapkamer en vormen andere designelementen zoals de marmeren Tuliptafel en -stoelen van Eero Saarinen voor de uitstraling van de eetruimte.
Elke kamer in de woning werd afzonderlijk aangepakt op vlak van kleur- en materiaalkeuze om het eclectische aspect van het gebouw te behouden. Zo werden oorspronkelijke parketvloeren hersteld, maar werden ook nieuwe vloeren zoals de eiken vloeren voorzien zoals het terrazo-beton in het koetshuis en de koetsdoorgang dat fungeert als ruime inkomruimte van de woning. De strakke inrichting van de keuken met een werkblad in roestvrij staal staat dan weer in contrast met de warme, eiken ontbijthoek en de houten trap.
Oude verflagen werden ook waar mogelijk hersteld en opgepoetst. Door het bewust gebruik van natuurlijke materialen krijgt het patine van de materialen vrij spel, waardoor de texturen en kleuren van de materialen kunnen veranderen doorheen de jaren.
Tekst: Fréderic Louis / Foto’s: Koen Van Damme