Architectuur: Caroline Lambrechts en Machteld D’Hollander
Studiebureau stabiliteit: Pascal De Munck
Ontwerp & uitvoering: 2014 – 2017
Fotografie: Filip Dujardin
In de rustige stationsbuurt bevindt zich een kleine maar statige woonst uit de jaren ’30 met fijne interbellum-accenten. Het architectenduo Caroline Lambrechts en Machteld D’Hollander nam de woning ingrijpend onder handen, met een afgewogen mix van nieuw en oud als resultaat.
De oorspronkelijke woning bestond uit een karakteristiek voorhuis aan de straat met mansardedak en een vervallen aanbouw. Bij de renovatie werd het huis afgebroken tot de structurele bakstenen muren, die zichtbaar blijven door het hele interieur, terwijl de buitengevels werden ingepakt met wit gepleisterde isolatie. Aan de achterkant werd een uitbreiding gerealiseerd in twee extra volumes, langs de helling van het perceel naar de tuin.
De vele details verfijnen de buitenmuren van het huis. De witte façades zijn afgewerkt met een sokkel in witte bakstenen, terwijl de rechthoekige, driehoekige en gebogen ramen op sommige plaatsen zijn geaccentueerd met vergelijkbare baksteenpatronen en met een subtiel reliëf in het pleisterwerk.
De extensie aan de achterkant wordt alleen zichtbaar als je de oprit afloopt waar een knik in de zijgevel de extra volumes van de straat verbergt. In een spel van contrasten is de uitbreiding meestal afgewerkt in wit metselwerk met een rode sokkel, zowel verwijzend naar als onderscheidend van het huis aan de voorkant. Ook hier zijn sommige vensters gebogen of rechthoekig, geaccentueerd met rode, groene of witte verf. De puntdaken worden daarentegen één doorlopend oppervlak van voor tot achter, met cementtegels die de daken en sommige delen van de muren bedekken.
Binnen wordt het gewicht van de originele bouwsteen gecontrasteerd met de lichte houten constructie van de uitbreiding. De woonkamer ontvouwt zich over de gehele begane grond als één doorlopende ruimte, die zich uitstrekt van de kamer aan de voorkant, een aantal trappen af naar een centrale zithoek en verder omlaag naar de keuken en eetkamer aan de tuinzijde.
Grote ramen zorgen voor een overvloed aan zonlicht en openen het zicht op de tuin, terwijl een aantal vides het hele gebouw naar boven opent, met ramen aan de binnenzijde die uitzicht bieden over de verschillende kamers.
Vanuit de hal leidt een trap naar de bovenste verdiepingen van het oude huis waar de kinderslaapkamers zijn in ondergebracht en kleine bruggen het centrale atrium oversteken naar de uitbreiding.
Hier, op de eerste verdieping, kijkt de hoofdslaapkamer neer in de eetkamer, terwijl de badkamer verbonden is met een driehoekig balkon dat is uitgesneden in het puntdak, waardoor het zonlicht voor zowel de badkamer zelf als de eethoek beneden wordt binnengebracht. Op de tweede verdieping leidt een kleine brug naar een vierde slaapkamer, met grote ramen die uitkijken over de omgeving van het huis.
Achteraan in de verwilderde tuin bevond zich bovendien nog een oude smidse. Dit bijgebouw werd volledig opgeknapt en voorzien van glazen wanden om er een atelier in onder te brengen.
Tekst: Lambrechts – D’Hollander Architecten / Foto’s: Filip Dujardin