In 1992 werden drie herenhuizen gesloopt aan het Sint-Annaplein. Ondanks hun architecturale en historische waarde – één van de eerste bebouwingen rondom het Sint-Annaplein – was het gebouw volledig verwaarloosd en moest het uiteindelijk plaats maken voor… helemaal niets. Zo’n 20 jaar later worden de gevels heropgebouwd, zorgvuldig gereconstrueerd door Pluspunt Architectuur uit Waregem.
Het oorspronkelijke bouwblok werd in 1845 opgetrokken als 3 afzonderlijke woningen, onder leiding van ene Laurent Brys, een Gentse metser. De huizen behoorden destijds tot de vroegste bebouwing van het pas aangelegde stadskwartier rondom het Sint-Annaplein en zoals de meeste gebouwen uit die periode, werden de gevels, afhankelijk van op welke straat zij uitgaven, verschillend uitgewerkt.
Het oorspronkelijke plan bestond uit 3 woningen; het vooraanstaande burgerhuis op het Sint-Annaplein, een kleinere en minder belangrijke (bediende)woning in de Filips van Arteveldestraat en een derde, kleine arbeiderswoning op de hoek met ’t Stuk. Later werd de woning aan de Filips van Arteveldestraat nog verder onderverdeeld in twee afzonderlijke arbeiderswoningen.
De hoofdgevel dat uitgaf op het Sint-Annaplein, was de meest representatieve gevel van het hele gebouw. Zoals elke gebouw, heeft dit bouwblok enkele veranderingen doorgaan doorheen de tijd, met vernieuwd schrijnwerk, het verplaatsen van voordeuren en toevoegingen van erkers, alhoewel het op heden nog altijd niet even duidelijk is wat origineel is en wat in latere jaren is aangepast geweest. Een moeilijke keuze dus voor de architecten om de juiste configuratie van de gevels vast te leggen voor de reconstructie.
De gevel langs de Filips Van Arteveldestraat, een minder belangrijke straat die destijds toegang gaf tot een achtergelegen arbeidersbuurt, was opgevat als een secundaire gevel. Qua vormgeving duidelijk geïnspireerd op de Sint-Annapleingevel, maar vereenvoudigd uitgewerkt, waardoor een soort hiërarchie tussen de gevels ontstond.
De gevel langsheen ’t Stuk, een steegje met uitsluitend arbeiderswoningen, was binnen het geheel totaal onbelangrijk, gezien hij niet vanaf het Sint-Annaplein kon worden gezien. Deze gevel werd dan ook uitsluitend utilitair uitgewerkt, zonder enige vorm van versiering of raamomlijstingen. De naakte, bepleisterde gevel werd enkel onderaan op het gelijkvloers geaccentueerd met een donkere, gecementeerde plint.
Met de verdere opdeling van de woningen in kleinere woonentiteiten, was het gebouw sterk uitgeleefd tegen de jaren ’80. Ondertussen was het bouwblok ook leeg komen te staan en stond het volledig te vervallen. De vele foto’s uit de jaren ’80 met de afbladderende verf zijn hiervan een stille getuige.
Uiteindelijk werd op 8 juli 1992 een burgemeestersbevel tot sloop uitgevaardigd zodat op 17 juli 1992 de volledige bebouwing werd gesloopt.
Ten aanzien van de heropbouw van de gevels werd er door de architecten geen onderscheid gemaakt tussen de eerste originele constructie uit 1845 en de latere verbouwingen. De juiste aflijning van het perceel en dus de juiste plaats van de gevels is exact gekend doordat alle kelderfunderingsmuren nog aanwezig zijn. Zo kon het architectenbureau een accurate opmeting doen voor de reconstructie en de nieuwbouw.
De gereconstrueerde gevel zal identiek zijn aan de oude gevels, maar gezien het om een nieuwbouw gaat en geen restauratie, moet het gebouw echter ook voldoen aan de meest recente regelgevingen. Zo ook op vlak van energieprestatieregelgeving en werd dus een spouwmuur met isolatie voorzien tussen de gereconstrueerde gevel en de actuele nieuwbouw.
Daarmee komt het uiteindelijke ontwerp met het basisuitgangspunt dat het een totale, maar functionele heropbouw wordt. In principe worden alle bekende elementen terug heropgebouwd, voor zover ze daadwerkelijk bekend zijn via oude foto’s of tekeningen. De achterliggende nieuwbouw werd dusdanig ontworpen dat de achter de gevel liggende ruimtes perfect corresponderen met de openingen van de gereconstrueerde gevels.