De kerstperiode is aangebroken. Alle werven liggen er verlaten bij. Tijd om eens poolshoogte te nemen van de stand van zaken aan het Rabot, nu de eerste sociale woontoren is afgebroken en de werken van de vervangingsbouw zijn aangevangen.
We beginnen met een foto van op afstand. De drie sociale woontorens aan het Rabot zijn al een tijdje slechts twee meer. Een speciaal zicht, want dit was voor velen toch wel een vertrouwd beeld in de wijk.
Niet iedereen is er fan van, ook al hebben ze een zekere de torens een zekere charme. Zo’n compromisloze muur van appartementen los in de as van de Begijnhoflaan.
Het ‘Griendeplein’, dat ooit wel een plein was maar nu eerder een amorfe ruimte met veel verkeer, is in principe een van de poorten tot de stad. Daarom is het niet onlogisch dat er net hier een hoogteaccent is waardoor je dat ook van ver kan zien. Hetgeen in de plaats komt van de Rabottorens brengt geen hoogteaccent met zich mee.
Onze vrees is momenteel dat het vooral een breedte-accent met zich zal meebrengen. Enfin, dat het een barrière zal vormen. In principe wordt het wel een opeenvolging van stroken die haaks staan op de Begijnhoflaan. Dat betekent in theorie doorwaadbaarheid, en dat is goed. Maar sommige van die stroken blijven afgesloten, om de bewoners ook wat stille buitenruimte te geven. Da’s ook goed. Maar die muren lijken gewoon lange, blinde muren te worden, met hoogstens wat opengewerkt metselwerk. Dat bevestigt dit stukje Begijnhoflaan als een soort verkeersriool. Da’s vooral jammer voor wie hier met de tram reist, want het tramstation ligt in het midden van de weg, die dus afgezoomd wordt door een blinde muur.
Er hangt een prentje van de vervangingsgebouwen op een paal. Maar je kan het ook gewoon bekijken op de website van de architecten, Poponcini & Lootens. We kennen ze op dit forum ook van het Virginie Lovelinggebouw aan het Sint-Pietersstation en het enorme Cadizgebouw in Antwerpen.
Langs de andere kanten krijgen de nieuwe gebouwen wel een meer open karakter op het gelijkvloers. Daar stoppen de bussen. Langs de noordwestzijde is het een uitloper van het Rabotpark.
Het echte Rabot ligt een beetje verloren in zijn omgeving. Wanneer alle drie de grote Rabottorens eenmaal weer uit het stadsbeeld zijn verdwenen, zal de betekenis van hun naam misschien terugkeren naar de spitsen op deze middeleeuwse waterpoort.
Achter het eerste gebouw, dat al boven het maaiveld uitsteekt, ligt een behoorlijk omvangrijke bouwput.
De middelste Rabottoren is trouwens al een hele tijd niet meer bewoond. Hij ziet er al een beetje gesloopt uit. Momenteel wordt ie gebruikt als oefenterrein voor de hulpdiensten. Niks is verloren.
Een halve eeuw geleden bestond er een wensbeeld van een krans van woninghoogbouw rondom de binnenstad. De Rabottorens zijn daar een voortvloeisel van, net als de drie torens in de Groene Vallei. Dit waren de enige twee aparte hoogbouwprojecten die dicht genoeg bij elkaar lagen om een hint te krijgen van die krans. Nu is de krans weer aan ’t krimpen.
Ter referentie: de nieuwe gebouwen die de Rabottorens zullen vervangen, worden ongeveer even hoog als het geel-rode gebouw rechts in beeld. Dat zijn trouwens ook sociale woningen.
Tekst & foto’s: Amaury Henderick