Architectuur: Wim Heylen i.s.m. Pieter Coelis
Ontwerp & uitvoering: 2016 – 2019
Fotografie: Wim Heylen
Langs een druk knooppunt op de Gentse stadsring, ligt een 19e-eeuws herenhuis. De bouwheer wou de woning in ere herstellen en de verouderde aanbouwen herbouwen om een nieuwe uitbreiding te creëren.
De bestaande woning heeft aan de straatzijde een brede, hoge gevel van drie bouwlagen, bekroond met zadeldak. Op de verdieping biedt een gebogen erker een onbelemmerd zicht over het water. Aan de tuinzijde maakt het hoofdvolume connectie met een statige hoge achterbouw. Deze herbergt de oorspronkelijke houten trap die sierlijk naar de verdieping leidt. In de loop van de tijd werden aan dit trappenhuis verschillende uitbreidingen gebouwd dewelke van zichtbaar mindere kwaliteit waren.
De vraag van de bouwheer bestond erin de woning in ere te herstellen en de waardevolle bestaande elementen te renoveren. In overleg met de architecten Wim Heylen en Pieter Coelis werden de trappen, schouwen, deuren en parket bewaard en gerecupereerd. De achteraf bijgebouwde delen die bouwtechnisch problematisch waren dienden te worden gesupprimeerd. Het hoofdvolume werd samen met de originele extensie de basis voor een nieuwe uitbreiding. Zo kon de woning opnieuw voldoende ruimte bieden aan een volledig woonprogramma en een praktijkruimte met opnamestudio.
De keuze werd gemaakt om de leefruimtes te onttrekken aan het gelijkvloers. Hier werden de praktijkruimtes ondergebracht. Zo ontstond er een duidelijke scheiding tussen werk en privé. De hoge ruimtes op de verdieping genieten tevens meer natuurlijk daglicht. Aan de straatzijde kan de keuken over de volledige breedte van de gevel zicht bieden over het water, zonder inkijk, en verheven boven de verkeersdrukte. Dit was echter enkel mogelijk op voorwaarde dat de leefruimtes aan de achtergevelzijde rechtstreeks konden uitgeven op een eigen buitenruimte. Het terras maakt de connectie naar de stadstuin op grondniveau.
Door het behoud van een hoge muur tijdens de afbraakwerken kon de privacy behouden blijven aan de zijde van de buitentrap. Aan de andere zijde werd hiervoor een groenzone voorzien. Deze maakt tevens een aangename visuele overgang van het interieur naar de tuin toe. Het terras vormt het dak van de ‘tuinkamer’ op het gelijkvloers. Deze zorgt voor een doorzicht van aan de inkom en trappenhal naar de tuin, en is afsluitbaar als vergaderruimte. Het hoge schuifraam kan deze in één beweging omvormen naar naar een overdekt deel van de tuin.
Ook op de verdieping werd het bestaande volume uitgebreid. Het nieuwe deel maakt de overgang tussen het hoge volume van de trappenhal en de lagere aanbouw van de aanliggende woning. Door deze trapsgewijs te voorzien ontstaat er een lichtstraat over de diepte van de uitbouw. De opening capteert de laatste avondzon en reflecteert het licht verder in de leefruimte.
De nieuwe elementen (de lichtstraat, de groenzone, het terras en de buitentrap ) resulteren in een nieuwe extensie aan de achtergevel die trapsgewijs de overgang maakt van aan het torenvolume van het trappenhuis naar de tuin toe. Deze cascade van volumes werd opgevat als een geheel van buitenschrijnwerk en uitgevoerd in geanodiseerde donkerbruine aluminium. De abstractie ervan zorgt voor een duidelijk contrast en gaat in dialoog met de bestaande materialen.
De voorgevel en het interieur van de authentieke delen zijn grotendeels behouden gebleven. Het binnenschrijnwerk realiseert verdere interieurindelingen. Enkel de dakverdieping kreeg een uitsnijding om via een dakterras voldoende daglicht binnen te trekken en de ruimte te openen naar het weidse zicht.
Tekst & fotografie: Wim Heylen